Verdriet in de ogen kijken
Met rouwenden verkeren

Auteur: Diverse auteurs en ouders van overleden kinderen
Uitgever: Adveniat
Gepubliceerd in: 2021
Gepubliceerd in: Diakonie & Parochie
Pub. nummer: 2022-1

Verdriet in de ogen kijken - Met rouwenden verkeren Boekbespreking
Henk Meeuws is theoloog en onderzoeker diaconie

In het voorjaar van 1980 namen enkele ouders die hun kinderen verloren hadden, het initiatief om met lotgenoten tot regelmatig contact te komen. Dat leverde talrijke reacties op. Op 17 januari 1981 kon al de eerste landelijke dag worden georganiseerd. Zo ontstond OOK, de landelijke vereniging Ouders Overleden Kind. 

Door middel van regionale lotgenotengroepen, publiciteitscampagnes, netwerken, voorlichting, een ledenblad (Rondzendbrief, sinds 2017 Nabij), website, direct-hulplijn, e.d., poogt OOK ‘herkenning, erkenning, uitzicht’ te bieden en te bevorderen. 

Veertigjarig jubileum
De vereniging bestaat nu veertig jaar. Ter viering daarvan heeft het bestuur van OOK een boek doen uitgeven: ‘Verdriet in de ogen kijken. Verhalen van ouders van overleden kinderen: betekenis geven aan verdriet’. De daarin gebundelde 27 verhalen gaan terug op interviews die tussen april 2015 en april 2021 zijn verschenen in het ledenblad ‘Rondzendbrief’ resp. ‘Nabij’. Van deze verhalen zijn er 25 van ouders van overleden kinderen. Daarnaast is ook een interview opgenomen van een grootouder van een overleden kleinkind en van de broer van een overleden zus. Elk verhaal wordt in het boek afgesloten met een korte ‘update 2021’ over het eerdere en actuele beleven van het verlies.

Verdere inhoud 
‘Verdriet’ wordt ingeleid door een mooie bondige beschouwing van ‘rouwdeskundige’ Manu Keirse. In het Voorwoord vertelt Elle Lepoutre vervolgens hoe zij in 2015 op het idee kwam mensen te gaan interviewen over hun leven met verdriet. In het Nawoord schetst Cecile Bus, voorzitter van OOK van 2016 tot medio 2021, op hoofdpunten de veranderingen die de vereniging doormaakte en de uitdagingen waarvoor zij staat. Als ‘Bijlage’ is aan het eind van het boek een interview met een aantal oud-bestuursleden opgenomen: “Veertig jaar herkenning, troost en perspectief”. Speciaal voor ‘Verdriet’ schreef geestelijk verzorger Marinus van den Berg, nauw betrokken bij de vereniging en lotgenoten, elf zeer passende nieuwe gedichten en overwegingen.

Hoe een boek als dit recenseren? 
Ik kan onmogelijk plussen en/of minnen gaan noteren bij wat de mensen die aan het woord komen, vertellen over hun leven na/met een vreselijk verlies door ziekte, ongeluk, zelfdoding…. De verhalen die zij ons daarover voorleggen zijn heel persoonlijk en telkens zéér aangrijpend, schokkend maar ook ontroerend, verbijsterend maar in hun naakte eerlijke eenvoud tegelijk eerbiedwaardig…. Stel je eens voor: je bent zwanger van een tweeling, direct na de geboorte sterven de twee baby’tjes, hand in hand; later raak je opnieuw in verwachting, weer van een tweeling; enkele dagen na de geboorte sterft een van de kindjes; als iemand je vraagt hoeveel kinderen je hebt, wat zeg je dan? En dan tóch je verhaal delen om andere mensen te helpen…..

Troost en kracht
In haar interviews zocht Elle Lepoutre naar wat in alle verdriet troost biedt en kracht geeft. Ze merkt in haar Voorwoord op: “Opvallend vaak zijn dat kleine dingen. (…) Zelf vond ik, vooral in de eerste jaren, het belletje van de tram geruststellend. Met Kira woonden we vlakbij een tramhalte. Het geluid bevestigde dat de wereld buiten er nog was, dat alles doordraaide. Terwijl ik zelf voelde dat alles stilstond”. In de groepen lotgenoten vinden de rouwenden herkenning, erkenning, troost, perspectief. Want in die bijeenkomsten is één woord genoeg, daar weet men dat aandacht beslissend is. Marinus van den Berg verwoordt het zo: “Een vriendin verstond het: mijn verhaal mocht ik vertellen, mijn verdriet, mijn gemis, mijn zoeken. Ze begon niet over anderen, over erger, of nog erger. Ze luisterde en luisterde…, en luisterde….”. Vaak wordt gezegd en bezworen dat je na ‘een tijdje’ je verdriet ‘een plekje’ moet geven zodat je het kan ‘verwerken’. De rouwenden in dit boek zeggen evenwel: je moet het ‘verweven’ laten raken in je leven. Hoe dit ‘verweven’ kan geschieden vertelt bijv. Arnout Krediet n.a.v. de dood van zijn zoontje Luke. Ik citeer hem graag als ‘pars pro toto’, als voorbeeld voor wat in alle verhalen doorklinkt: dat verdriet in je lijf beklijft en liefde blijft.

“Als je als mens iemand heel dierbaar verliest moet je als het ware wat er achter blijft in jou een plek geven, ik ervaar dat als een soort begraafplaatsje dat je in je lijf hebt zitten. Een plek waar je heen kunt gaan, om bloemen bij te zetten of het grind te harken. Je kunt het onderhouden zodat het in je lijf bezoekbaar blijft en niet wegrot. (….) Als je een kind krijgt heb je onvoorwaardelijke liefde. (…) Je legt als het ware een soort poel aan voor je kind. Nu is die liefde er nog, maar hij niet meer. Er is een oceaan van liefde maar er is geen kade waar hij tegenaan kan golven. Het is onaf, het voelt ongericht. Het gevoel van iemand missen is eigenlijk een gevoel van liefde. (…) Het is een liefdesgevoel dat je niet kwijt kunt. Dat is hoe ik missen zou omschrijven”. 

Verdriet en inspiratie
De verhalen van peilloos verdriet gaan je door merg en been. Maar wonderlijk genoeg geven ze ook inspiratie - zo benadrukken de redacteuren op de achterkaft. En tevens openbaren ze een soort schoonheid - dat is voor mij het geschenk van deze bundel. Marinus van den Berg duidt dit zo aan: “Jou aanvaarden met jouw pijn. Jezelf aanvaarden met je pijn. Met je pijn aanvaard worden. In je pijn leeft je missende liefde”. 

In zijn Inleiding betitelt Manu Keirse ‘Verdriet in de ogen kijken’ terecht als “Een boek vol liefde”. Wat de rouwenden in hun schrijnende verhalen laten zien is precies dit: “Je kunt niet schrijven over verdriet zonder over liefde te schrijven. (…) Dit boek maakt duidelijk dat liefde blijft voortbestaan...”. 

Tenzij jouw verdriet op dit moment nog te heftig is, tenzij de rouwe wond van je verlies nog geen aanraking verdraagt, is mijn raad: lezen, dit boek. Hoewel: ‘lezen’ is niet het juiste woord. Wat verteld wordt leent zich eigenlijk niet voor lectuur. Veeleer nodigen deze verhalen je uit aandachtig luisterend met rouwenden te ‘verkeren’. 

Ouders van overleden kind, e.a., ‘Verdriet in de ogen kijken. Verhalen van ouders van overleden kinderen: betekenis geven aan het verlies’, met een inleiding van Manu Keirse, Adveniat, 2021, ISBN 9789493161931, 240 blz., prijs, € 19,95.



Deze publicatie maakt deel uit van het dossier Diaconie

Meld hier eventuele onvolkomenheden