Op de rug van de tijger Pleidooi voor een economie met een menselijk gezichtAuteur: Theo Salemink 2e Auteur: Boekbespreking door Herman Noordegraaf Uitgever: Valkhof Pers Nijmegen Gepubliceerd in: 2015 Auteursrecht: Herman Noordegraaf Gepubliceerd in: Diakonie & Parochie Pub. nummer: 2016-1
Vele vragen, die we in het veld van de diaconie tegenkomen, zoals armoede, hebben te maken met economisch beleid en het functioneren van de economie. Daarom is het van belang om er over na te denken, om je zo ook vanuit de diaconie en de kerk in te kunnen zetten voor een economie met een menselijk gezicht.
Herman Noordegraaf is universitair docent en bijzonder hoogleraar voor diaconaat aan de Protestantse Theologische Universiteit (lokaties in Groningen en Amsterdam)
Daarbij kunnen religieuze tradities ons helpen. Meer dan velen nu beseffen, hebben kerken en religies zich eeuwenlang diepgaand beziggehouden met de inrichting van de economie en het economisch handelen. Vanaf de moderne tijd is de band tussen economie en geloof dunner geworden. Economie is een veld van handelen, dat zich in hoge mate heeft verzelfstandigd ten opzichte van kerk en geloof. Dat wordt duidelijk als we ons de vraag te stellen of mijn geloof iets te maken heeft met hoe ik in de economie sta (productie en consumptie). Het antwoord is minder eenvoudig dan de vraag.
Stevig studieboek Wie zich wil verdiepen in de betekenis van religie voor de economie kan terecht in het boek van de historicus en theoloog Theo Salemink, die al vele publicaties op dit terrein op zijn naam heeft staan, waaronder het standaardwerk ‘Katholieke kritiek op het kapitalisme 1891-1991. Honderd jaar debat over vrije markt en verzorgingsstaat’ (1991). Het beeld dat Salemink in de titel gebruikt: ‘Op de rug van de tijger’, geeft de problematiek aan: de huidige economie, het kapitalisme met zijn vrije markt, is te vergelijken met een rit op de rug van een tijger. Die tijger kiest zijn eigen weg en kan ons naar een bestemming brengen die noodlottig is, maar eraf springen zou nog gevaarlijker zijn. Het enige wat overblijft is temmen en een beetje bijsturen. De verzorgingsstaat was zo’n poging. Salemink stelt zich de vraag hoe we de tijger in een bepaalde richting kunnen sturen. Daarvoor hebben we morele criteria nodig, zowel om de richting te kunnen bepalen, als om kracht tot verandering te vinden. Voorwaarde is wel dat de religieuze inzichten niet fundamentalistisch gebruikt worden, omdat zij anders omslaan in onderdrukking. Dat geldt ook voor seculiere varianten, zoals de klassenmoraal van het communisme. Wat is rechtvaardig? Welke visie op eigendom hebben we? Wat is verantwoord beheer van de aarde? Voor beantwoording van deze morele vragen gaat de auteur ten rade bij wat hij noemt ‘de historische bibliotheek van de mensheid’, de morele verhalen, veelal verbonden met religies, die in alle culturen voorkomen en een wereldwijde spreiding hebben. Salemink behandelt enige case studies die vooral met het christendom van doen hebben, maakt enige uitstapjes naar islam en boeddhisme en wijdt een hoofdstuk aan het socialisme.
Neoliberaal denken en andere tradities Allereerst gaat Salemink nog in op het dominante neoliberale denken met zijn geloof in de vrije markt. De Amerikaanse econoom en Nobelprijswinnaar Milton Friedman is hiervan een belangrijke vertolker. Het neoliberalisme acht de vrije markt economisch en moreel superieur aan andere benaderingen, omdat geen enkel ander stelsel zoveel welvaart schept en deze komt ook aan de armen ten goede. Privatisering en meer marktwerking, ook in de publieke sector, passen hierbij. Terecht wijst Salemink erop, dat de economische crisis, de toenemende ongelijkheid in inkomens- en vermogens en de milieucrisis laat zien dat het neoliberalisme deze pretenties niet kan waarmaken en sterker: de problemen mede veroorzaakt. De verhalen, waarmee Salemink in gesprek gaat, zijn de socialistische, katholieke, calvinistische, ecologische en – meer als uitstapjes – boeddhistische en islamitische spirituele verhalen. Daarbij selecteert hij door te zoeken naar die verhalen die de stem van de slachtoffers, van de armen, van gewone mensen te laten horen. In het socialisme vinden we het recht op verzet tegen onderdrukking. Bij Thomas van Aquino is onder meer de visie op de sociale dimensie van de eigendom te vinden. Thomas erkent het recht van privébezit, maar de eigendom moet zo functioneren, dat naast het voorzien in de behoeften van de eigenaar de eigendom ook aan de mensheid en in het bijzonder de armen ten goede komt. Het recht op leven gaat zelfs voor op het eigendomsrecht: in nood mag de arme ‘stelen’! Zo’n inzicht uit een heel andere tijd - de feodale middeleeuwen - krijgt een actuele toespitsing in de notie in de katholieke sociale leer van de universele bestemming van de aarde goederen. Een andere casus vormt de ‘economie van het genoeg’ van de economen Bob Goudzwaard en Harry de Lange. Voortbouwend op Calvijns pleidooi voor een verantwoord beheer van de aarde (‘rentmeesterschap’) pleiten zij voor een economie waarbij binnen de grenzen die het milieu stelt het voorzien in de behoeften van de armen voorrang krijgt boven het bevredigen van de verlangens van de rijken. Weer een andere casus vormt de franciscaanse spiritualiteit die uitgaat van verbondenheid van alles wat leeft. De encycliek ‘Laudatio si’ van Paus Franciscus verwoordt deze spiritualiteit. Weer andere religieuze verhalen betreffen de gevaren van de rijkdom, doordat deze mensen het zicht ontneemt op zijn ware bestemming, op waar het wezenlijk omgaat in het leven. De morele motieven, die Salemink aan het slot noemt. zijn die van de mensenfamilie (alle mensen zijn gelijk; het scheppingsverhaal beklemtoont de gezamenlijke afkomst), de waardigheid van de mens (beelddrager van God), het recht op verzet, voorrang van de armen, rentmeesters, moeder aarde en ‘niet bij brood alleen’ (relativering van rijkdom). Deze motieven zijn van belang met het oog op de benodigde mentaliteitsverandering, die nodig is om de tijger bij te sturen in de richting van een economie met en menselijk gezicht. Salemink gelooft in de kracht van verhalen.
Kritische kanttekeningen Salemink stelt de zaken te eenzijdig voor als hij meent dat we enkel nog brokstukken en fragmenten van morele tradities hebben. Het is juist dat we in christelijk-sociaal denken niet te maken hebben met alles omvattende blauwdrukken. Die zijn noch mogelijk noch gewenst, maar de katholieke sociale leer en de oecumenische sociale ethiek zijn meer dan brokstukken doordachte beschouwingen over actuele sociaaleconomische vraagstukken. Ten tweede wijst Salemink terecht op de afgenomen betekenis van kerken in West-Europa. Daarnaast moet echter gewezen worden op de mogelijkheden van kerken als wereldwijde netwerken die een kracht ten goede, in de richting van een economie met een menselijk gezicht kunnen vormen.
Theo Salemink, ‘Op de rug van de tijger. Pleidooi voor een economie met een menselijk gezicht’, Valkhof Pers, Nijmegen 2015, 192 pp., ISBN 978 90 5625 4445 2, prijs: 19,50.
Deze publicatie maakt deel uit van het dossier Diaconie
Meld hier eventuele onvolkomenheden
|