Leven van wat komt Een katholiek uitzicht op de samenlevingAuteur: Erik Borgman Uitgever: Meinema Utrecht Gepubliceerd in: 2017 Auteursrecht: Henk Meeuws Gepubliceerd in: Diakonie & Parochie Pub. nummer: 2017-3
Leven van wat komt Henk Meeuws is theoloog en diaconaal onderzoeker
“Vreugde en hoop, verdriet en angst van de mensen van vandaag (…) zijn evenzeer de vreugde en de hoop, het verdriet en de angst van de leerlingen van Christus; er is werkelijk niets bij mensen te vinden dat geen weerklank vindt in hun hart.”
Deze boodschap van het Tweede Vaticaans Concilie vormt het fundament van wat door Erik Borgman wordt gepresenteerd als ‘Leven van wat komt. Een katholiek uitzicht op de samenleving’. Hij noemt deze gelovige solidariteitsverklaring een uiting van ‘revolutionaire betrokkenheid’ (22-23). Geloven is in de visie van Vaticanum II niet een of andere particuliere overtuiging naast vele andere, noch een voor iedereen geldend te maken waarheid die al het andere uitsluit. “Geloven is een engagement met het heil van iedereen en elke groep, een heil dat verborgen is in hun verlangen en hun pijn, in wat zij vrezen en wat hen gelukkig maakt” (23). Daarom zijn aandacht voor de ‘tekenen des tijds’ en speuren naar het verborgen werken van Gods Geest, voluit gelovig werk, de theologische taak bij uitstek. Borgman kenschetst zijn nieuwste boek dan ook als “schaamteloos theologisch” (181).
Fundamenteel document Na Vaticanum II zetten katholieken in Nederland zich er onvervaard toe de kerk aan de eisen van de moderne tijd aan te passen. Volgens Schillebeeckx moest daartoe éérst in een ‘fundamenteel document’ verduidelijkt worden “hoe naar de wereld gekeken kon worden vanuit het geloof zoals dit tijdens het Concilie opnieuw was geformuleerd, en wat er dan zichtbaar werd” (29-30). Van zo’n document is het tot schade van de Nederlandse RK Kerk niet gekomen. Vijf decennia nadien, in een nieuwe context, wil Borgman in deze fundamentele lacune voorzien, “niet uitputtend en systematisch, maar eerder fragmentarisch en exemplarisch” (218). Beslissend is hierbij de “welbewuste tegendraadse keuze (…) geloof te beschouwen als toegang tot de werkelijkheid, als een sleutel om haar te openen, een licht om haar in haar ware gedaante zichtbaar te maken en een benadering om haar tot spreken te brengen” (28).
Katholiek uitzicht Wat een ‘katholiek uitzicht’ in dit perspectief behelst wordt in het boek meermalen bondig omschreven. In de inleiding klinkt het programmatisch zo: “Het is de inzet van dit boek de mogelijkheid te onderzoeken in de wereld zoals zij is te leven als ruimte die ons van Godswege steeds opnieuw geschonken wordt en daarom steeds weer ongedachte toekomst opent” (18). Iets verderop: “Ons leven wordt uiteindelijk gedragen door Diegene die ons leert geloven dat wij uiteindelijk elkanders hoeders en elkanders begunstigden zijn, en door de praktijken die hiermee corresponderen: dat is in één zin het katholieke uitzicht op de samenleving dat ik hier ontwikkel” (27). Elders noteert Borgman Marilynne Robinson’s constatering “dat wij alleen in hoop kunnen leven en dat slechts genade en vertrouwen op genade hoop bieden”, en vervolgt hij: “Dit inzicht is de grondslag van het katholieke uitzicht op de samenleving dat ik hier ontwikkel” (79).
Maatschappelijke betekenis van geloof In dit uitzicht wordt de maatschappelijke betekenis van geloof niet gezien als een van de motivaties voor praktische inzet voor het goede. Alsof iedereen eigenlijk al wel weet wat gedaan moet worden en alleen nog maar een reden moet hebben om het feitelijk te doen. Voor wie zo denkt doet het er in de grond niet toe of de motivatie “religieus of seculier is, of het gevonden wordt in de Bijbel, de Koran of in het verlangen bij te dragen aan een goede toekomst voor de eigen kinderen” (27-28). Evenmin wordt geloof gezien als een levensbeschouwelijk systeem van waarden en normen dat voor de goede organisatie van de samenleving een omschreven ideaal biedt met daaraan verbonden handelingsaanwijzingen. “Een katholiek uitzicht op de samenleving leidt niet tot een op specifieke principes gebaseerd plan dat vervolgens zo getrouw mogelijk dient te worden uitgevoerd” (77). Het levert geen “nieuw omvattend maatschappelijk ideaal op dat mensen op gecoördineerde wijze in beweging kan krijgen’ (203), want daarop is het niet gericht. Borgman tracht in ‘Leven van wat komt’ geen problemen op te lossen, maar een manier van kijken en onderzoeken te ontwikkelen en zichtbaar te maken “die laat zien dat de wereld geen verzameling van problemen is die moeten worden opgelost of van vragen die moeten worden beantwoord, maar - zoals paus Franciscus zegt in Laudato si’, ‘een vreugdevol mysterie dat wij in blijdschap en lofprijzing bewonderen’” (215-216). Voor dít ‘zien’ is betrokken contemplatie nodig, aandachtige verbondenheid, dankbare ontvankelijkheid voor “het verborgen, maar reële verlangen naar en de gerichtheid op God, en op de realisering van het goede dat ondanks alle dubbelzinnigheid uiteindelijk schuilgaat in het gedrag van mensen” (75). In geloven staat de waarheid van ons bestaan op het spel: wagen te zien wat er is, durven waarnemen wat in alle licht en donkerte, in alle vreugde en lijden, in het verbijsterende leven en sterven van mensen op ons toekomt - en ons daarop afstemmen als genade die ons geschonken wordt, genade die wij elkaar geven, gehoorzaam aan wat zich aandient, levend van wat komt….
Tegendraads theologisch Zijn tegendraadse, onbeschaamd theologische ‘katholieke uitzicht op de samenleving’ ontwikkelt Borgman na de inleiding in acht hoofdstukken over 1) contemplatieve verbondenheid, 2) onze omgang met vluchtelingen, 3) het fundamentele belang van hoop voor de samenleving, 4) ecologie en contemplatieve politiek, 5) het mysterie van de liefde als grondslag van een contemplatieve samenleving, 6) zorg als contemplatieve verbondenheid, 7) economie en gemeenschap, 8) onderwijs als openheid voor waarheid. Steeds is Borgman daarbij in gesprek met hedendaagse stemmen, telkens mengt hij zich helder én uitdagend in actuele disputen. Er wordt in Borgmans bespiegelingen een grote rijkdom aan gedachten, beelden en perspectieven aangereikt. In zijn Nawoord schetst Borgman met welke hoop hij van zijn zoektocht verslag heeft gedaan: met het oog op “Verlossing uit onze sprakeloosheid” (203). Hij is tot dit boek o.m. uitgedaagd door de situatie van organisaties van (ooit) katholiek / christelijk engagement wier grond van bestaan (b)lijkt te zijn verdwenen. Hij heeft duidelijk willen maken “dat het onjuist is te denken dat daarom een (…) katholieke visie op de toekomst van de samenleving onmogelijk of overbodig geworden zou zijn”, en roept op opnieuw te beginnen met verantwoording af te leggen van de hoop die in ons leeft, opnieuw te leren leven van wat komt… “Dit impliceert dat het leven modderen blijft, maar wij kunnen geloven dat de liefde tot in onze modder is afgedaald zodat wij uiteindelijk in haar wortelen” (218). ‘Leven van wat komt’ is goed! Lezen, dit boek!
Erik Borgman, ‘Leven van wat komt. Een katholiek uitzicht op de samenleving’, Uitgeverij Meinema, Utrecht, 2017, ISBN 9789021143965, 192 pag., Prijs € 16,99
Deze publicatie maakt deel uit van het dossier Diaconie
Meld hier eventuele onvolkomenheden
|