Diaconaat en ouderen Over de diaconale roeping van de kerk in de context van vergrijzingAuteur: Hans de Waal Uitgever: Eburon Gepubliceerd in: 2021 Gepubliceerd in: Diakonie & Parochie Pub. nummer: 2022-1
Diaconaat en ouderen Boekbespreking Diaken Nico Smit
Hans de Waal promoveerde in december 2021 met het boek ‘Over
de diaconale roeping van de kerk in de context van vergrijzing’. De Waal
gebruikt als definitie van diaconaat “de inzet van en vanuit kerken ter bestrijding
van materiële en sociale noden”. Dit boek gaat over de praktijk en over de
doordenking ervan.
De reden voor dit onderzoek vormt de vergrijzing met
problemen als bezuiniging op de zorg, de verhoging van de pensioengerechtigde
leeftijd, de nadruk op zelfredzaamheid en op de mantelzorg en het toenemende
isolement van ouderen. Diaconaat hoort fundamenteel bij de kerk en ook hier is
sprake van vergrijzing. Uit eerdere studies blijkt dat diaconaat vaak bestaat
uit bezoekwerk, en dat onttrekt zich aan de waarneming door de overheid en de
zorginstellingen. De Waal wil ontwikkeling van een adequaat diaconaat
ondersteunen.
Diaconaal onderzoek Hoewel De Waal zegt dat er weinig onderzoek is gedaan
naar diaconie in Nederland, haalt hij wel regelmatig de publicaties aan van of
met Hub Crijns. Vele anderen worden geciteerd: Gerben Heitink, Andries Baart,
Erik Borgman, Herman Noordegraaf, e.a.. Ofschoon de schrijver zich beperkt tot
het diaconaat binnen de PKN, haalt hij ook de studies aan van John Collins, Annie
Hentschel, Bart Koet, Eric Sengers en Jozef Wissink. Er zijn drie
betekenisvelden: als organisatievorm, als geloofsovertuiging en als praktische
activiteit. Opvallend vond ik zijn herhaalde melding, dat diakenen ook geroepen
zijn tot de Dienst aan de Tafel van de Heer, o.a. bij het mede voorbereiden van
de voorbede. Zo wordt tevens gesproken over “de diaken met zijn verbindingen
naar de inspiratiebron van de diakonia uit het Nieuwe Testament en over de
diaken als kerkelijk ambtsdrager met verantwoordelijkheden in liturgie en
kerkelijk bestuur”. De Waal stelt dat de oorsprong van het specifieke diaconaat
gevonden wordt in de Reformatie. Pas ten tijde van de Reformatie wordt de titel
‘diaken’ uit het Nieuwe Testament naar voren gehaald om er de specifieke
armverzorgers mee te karakteriseren. Vanaf die tijd dateert de publieke en
bevoorrechte (gereformeerde) kerk in de Republiek.
De Waal stelt vast dat de kerkorde een structurele
inbedding in de gemeente waarborgt. Diaconaat start daarbij onderaan in de
gemeente en is verbonden met bovengemeentelijke instellingen en activiteiten.
Reeds vanwege de aanwezigheid van de diaconale roeping is iedere kerkelijk
gemeente een diaconale gemeente. Dat is buitengewoon idealistisch en duidt ook
op een weerbarstige praktijk.
Kerken en vergrijzing De door De Waal onderzochte periode gaat van 2006 tot
2016. In die jaren is beleid lang niet altijd geformuleerd, maar soms lees ik
pareltjes: “Het gaat bij diaconaat om de waardigheid van de mens als
beelddrager van God.” Wel is diaconaat veelal gericht op de eigen gemeente en
sporadisch op diaconie-ver weg. Anders gezegd: diaconaat is nogal
binnenkerkelijk. Eén gemeente spreekt over het probleem van de ontgroening,
lees: steeds minder jongeren. In toenemende mate gaat de aandacht uit naar de
ouderenzorg. Twee beschreven casussen (Utrecht en Gouda) onderstrepen dat.
De Waal bespreekt o.a. de landelijke organisatie Kerk in
Actie waarbij erop wordt aangedrongen dat de lokale diaconie goede contacten
onderhoudt met het lokaal bestuur en met zorginstellingen. Ook tekent Kerk in
Actie aan dat grijs meer is dan een kleur en dat ontmoeting een kernbegrip is.
Diverse pogingen om projecten van de grond te tillen mislukken, o.a. door gebrek
aan geld en belangstelling. Na “grijs is meer dan een kleur” zijn er geen
nieuwe initiatieven meer genomen, wel waren er enkele pilotprojecten, o.a. rond
de Wet op Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Ook hier was presentie een
kernbegrip.
In 2011 verscheen de nota ‘De hartslag van het leven’
over diaconie; deze ging niet over vergrijzing. Men wilde terug naar de basis:
de kerk is een diaconale kerk. Er was (en is?) te weinig aandacht voor de
krimpende kerk. Daarna verscheen de nota ‘Dichtbij het hart’, maar ook
hier geen verwijzing naar vergrijzing en ouderen, zoals meestal. De Waal komt
tot de conclusie dat de betekenis van het proces van vergrijzing voor kerk,
diaconaat en samenleving in enkele documenten wordt onderkend, maar in andere
schittert door afwezigheid. Meer erkenning is noodzakelijk.
Omgang met ouderen Evident zijn de bemerkingen dat ouderen geen coherente
groep vormen, dat neerbuigendheid naar deze groep onjuist is, dat we met z’n
allen steeds ouder worden en dat de ouderen een steeds grotere groep vormen. Er
is sprake van een grote variëteit in de groep ouderen waardoor het onmogelijk
en ook onwenselijk is om ze als doelgroep in zijn totaliteit te noemen. Ook is
waar dat ouder worden gepaard gaat met steeds hogere kosten en een steeds
groter beroep op mantelzorg. Prikkelend is de opmerking dat “ouder worden een
ziekte is”, omdat die pas uitnodigt tot onderzoek. In de kerken is sprake van
een relatieve oververtegenwoordiging van ouderen, die ook een groter geefgedrag
vertonen dan jongeren, waarmee een financieel probleem steeds groter wordt.
Overigens is er slechts incidenteel sprake van financiële hulp.
De Waal maakt een goed overzicht van negen
aandachtspunten, die samengevat gaan over omzien naar elkaar. Hij houdt een
warm pleidooi voor diaconale attitudes in de volle breedte van pastoraat,
liturgie, verkondiging, presentie, bezinning en communicatie. Hierbij is een
stimulans door een bovenlokale, theologische ondersteuning belangrijk. De ouder
wordende mens krijgt kansen geboden: op het terrein van acceptatie, van
waardering voor vrijwilligerswerk en van een sterkere focus op de kern van
kerk-zijn.
Enkele aanbevelingen Enkele aanbevelingen zijn: leeftijdsopbouw in beeld
brengen; analyseren en waarderen van de omgang met ouderen (door
beroepskrachten); zichzelf kenbaar maken in de maatschappij; diaconie door
ouderen kan waardevol zijn; ondersteuning door bovenlokale organisatie
continueren en uitbouwen; waarborgen van het ambt en de functie van diaken.
Het boek eindigt met een onderzoeksvraag: hoe ziet
adequate diaconale actie m.b.t. ouderen er uit in de diaconieën en kerkelijke
organisaties en ook in de bovenkerkelijke organisaties?
Hans de Waal schreef een gedegen overzicht van de stand
van zaken m.b.t. diaconie, vooral in protestantse gelederen. Het ging
voornamelijk over hoogkerkelijken, niet over allochtone ouderen, nauwelijks
over de christelijke oecumene en niet over de relaties met verzorgings- of
verpleeghuizen. Dat maakt van zijn boek een naar binnen gerichte kijk op
diaconie. Dat is niet per sé slecht, maar naar mijn mening wat eenzijdig. Hans de Waal, ‘Diaconaat en ouderen; over de
diaconale roeping van de kerk in de context van vergrijzing’, Eburon Utrecht
2021, ISBN 978-94-6301-387-1, prijs € 24,50.
Illustratie: Omslag Diaconaat en ouderen
Deze publicatie maakt deel uit van het dossier Diaconie
Meld hier eventuele onvolkomenheden
|